Modeste Jean LHOMME (1883-1946): « La Meuse à Chokier »  (Engis-Liège-Seraing)

Modeste-Jean Lhomme, geboren op 20 februari 1883 in de wijk Outremeuse in Luik, waar hij stierf op 19 november 1946, was een Belgische landschapsschilder.
Zoon van Jean Pierre Joseph Lhomme, sigarenmaker in Luik, en Marie Josephe Schruyers, begon Modeste-Jean op verzoek van zijn vader in het atelier van een schildersbedrijf in Luik. Hij volgde zijn volledige schoolopleiding aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Luik en volgde een schilderopleiding bij de meesters Adrien de Witte, Évariste Carpentier en Auguste Donnay. Hij wendde zich eerst tot landschapsschilderkunst. Als bewonderaar van Auguste Renoir, vestigde hij zijn ezel in de streek van Basse-Meuse en vervolgens in die van de Ardennen waar hij een tijdlang woonde. Het vertegenwoordigt voornamelijk uitzicht op de valleien van de Lesse, de Aisne of de Semois, zowel Belgische als Franse. Hier ontmoet hij de kunstenaars Albert Raty, Marie Howet. 1913-1914, nam hij deel aan de algemene tentoonstelling van de Cercle des Beaux-Arts en aan de Salon van de Royal Society of Fine Arts in Luik. Zijn eerste privétentoonstelling vond plaats in Luik in 1916. In 1919 trok een schilderij getiteld Soleil d'August de aandacht van Parijse gemeenteraadsleden die hem inhuurden om in Parijs te exposeren. In 1920 stelt hij voor het eerst tentoon in Brussel en boekte daar succes sinds de regering zijn drieluik Panorama de Francorchamps verwierf. Op de driejaarlijkse salon van Namen in 1924 kwam zijn schilderij Vallée de la Molignée, opgemerkt door de Belgische vorsten, in de gemeentelijke collecties. Op de tentoonstellingen die in januari 1925 en 1926 in de kunstgalerij van de krant La Meuse in Luik werden georganiseerd, naast Élysée Fabry in het bijzonder, werd hij opgemerkt en geprezen door Richard Heintz. In de jaren dertig presenteerde hij zijn schilderijen in Frankrijk. Veel werken zijn in handen van particuliere collecties, andere zijn bewaard in de musea van Luik, Namen, Doornik.