Isidore MEYERS “ Landschap bij zonsondergang “ olieverf op hout

Rond 1850 studeerde Is. Meyers bij Jacob Jacobs aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. In 1854, toen hij nog studeerde aan de Academie, exposeerde hij een schets getiteld Aanvang van een storm op de Salon van Brussel in 1854.
Tijdens hun verblijf in Parijs, waar ze tussen 1855 en 1858 studeerden aan de Ecole des Beaux-Arts, maakten Is. Meyers en A.-J. Heymans kennis met de Franse schilders van de School van Barbizon, die zich steeds meer verzetten tegen het formele academisme in de landschapsschilderkunst. Meyers studeerde bij Charles-François Daubigny en Camille Corot. Meyers en Heymans waren de eersten die reageerden tegen de conservatieve stijl die toen gangbaar was onder Antwerpse schilders als Ferdinand de Braekeleer en Henri Leys.
In 1858, na zijn terugkeer naar Brussel, begon Is. Meyers gaan studeren in de Kempen, waar hij in oktober 1861 introk bij zijn collega's Jacques Rosseels en Adrien-Joseph Heymans, op het moment dat de school van Calmpthout het licht zag. Met z'n drieën richtten ze de academie van Dendermonde op, waar Isidore Meyers, beroemd om zijn harmonieën in grijstinten, leraar werd. Hij gaf les aan Franz Courtens, de beroemde Vlaamse luminist, evenals aan Adrien Le Mayeur, R. Steppe en Franz Callebaut. Is. Meyers was officieel gedomicilieerd in herberg Het Pannenhuis in Calmpthout, Kempen, van 1861 tot 1877.
Toen Is. Meyers naar Wechelderzande trok om er te schilderen, trad onder meer Henry Van de Velde in zijn voetsporen, die later het schilderen opgaf. Tussen 1866 en 1872 reisde Is. Meyers door Europa: naar Denemarken (1866 en 1871), Glasgow (1872) en Nederland (1872). Bij zijn terugkeer in Hamme werd zijn eerder weelderige stijl lichter en zijn kleuren helderder. Na op verschillende plaatsen in Antwerpen (waar hij in 1875 in een atelier werkte met Jacques Rosseels) en Buggenhout (1877) te hebben gewoond, vestigde Is. Meyers zich in 1889 definitief in Brussel. In 1891 stelde hij tentoon op het Salon des XIII. Volgens Octave Maus wordt hij beschouwd als een van de pioniers van de Dendermondse School.