Ciwara Bamana hoofdmasker

Franse Lelys collectie.
Volgens de legende leerde een mythisch wezen, een geniaal dier genaamd Ciwara, de Bambara de kunst van het land bewerken. Deze mythe wordt in herinnering gebracht door de gestileerde afbeelding van een nijlpaardantilope, ook wel ci wara genoemd, wat "reekalf van de aarde" betekent. Deze wapenschilden werden bovenop de schedel gedragen, op hun plaats gehouden door een klein mandje, en vergezelden de dansers tijdens de rituelen van de tòn, een vereniging die gewijd was aan het werk in de landbouw. Terwijl ze over de velden zwierven, werden de maskers gebruikt om de nyama (kwade energieën) te verjagen, om elk gevaar op te sporen of om de kwade geesten op te sporen die de ziel van de gecultiveerde planten en de vitale kracht van hun zaden zouden stelen.
De Bambara, of "Bamana", door moslims "ongelovigen" genoemd, leven in het midden en zuiden van Mali. Ze maken deel uit van de grote etnische groep Mandingue, naast de Soninké en Malinké. Ze zijn animisten en geloven in het bestaan van een scheppergod, Ngala, die 266 heilige attributen heeft, één voor elke dag van de 9 maanmaanden van de zwangerschap van een kind. Ngala waakt over de orde van het universum, samenlevend met een andere androgyne god, Faro, die de mensheid begiftigde met al hun kwaliteiten en de vruchten van de aarde liet groeien.
Sokkelstuk.